maandag 25 mei 2009

Liefdesgedicht door Herman Gorter


Zie je ik hou van je,
ik vin je zoo lief en zoo licht-
je oogen zijn zoo vol licht,
ik hou van je, ik hou van je.

En je neus en je mond en je haar
en je oogen en je hals waar
je kraagje zit en je oor
met je haar er voor.

Zie je ik wou graag zijn
jou, maar het kan niet zijn,
het licht is om je, je bent
nu toch wat je eenmaal bent.

O ja, ik hou van je,
ik hou zoo vrees'lijk van je,
ik wou het heelemaal zeggen-
Maar ik kan het toch niet zeggen.

Dit is het liefelingsgedicht van mijn moeder.
En ik vind hem ook heel mooi.

Liefdesgedicht door max Dendermonde


Liefde

De dingen hebben soms eenzelfde naam:
een lichte kus, elkaar verwilderd bijten,
zacht mokken, blindelings met huisraad smijten,
vreemd, het valt alles onder liefde saam.

Wie liefheeft en daar langzaam aan gewent,
ontdekt verbijsterd achter maan en rozen
het kleine strijdperk van twee tomelozen,
waar men elkaar om beurten tart en temt.

Eerst zacht van zin, later snel uitgestoeid,
elkander prikkelen, dan ronduit haten,
en ouder wordend: zacht weer, en vermoeid.

Zo gaat het ons, misschien in milder mate...
Twee slingerplanten in één wilde groei,
die ondanks alles elkaar niet verlaten.

Ik vind dit gedicht mooi omdat het niet alleen maar een romantische beschrijving is. Ook vind ik het mooi dat ze uiteindelijk toch samen blijven. Alleen ik kan uit eigen ervaring zeggen dat met huisraad smijten toch niet zo leuk is!

Liefdesgedicht

Dit is oorspronkelijk een Spaans gedicht,
maar de Nederlandse vertaling is ook mooi.


Moeder, breng me naar de velden,
in het prille ochtendlicht
zal ik de bloemen zien ontluiken,
als takken zachtjes wiegen.
Al die bloemen zeggen dingen
voor duizend verliefden van hart
en de bron wil ons verhalen
wat de nachtegaal verzwijgt.

De roos, zij was al ontloken
in het prille ochtendlicht;
haar jonge bloed was zo blozend
dat de dauw verdwenen is;
zo verzengend op haar stengel
dat zich brandde aan haar de wind;
hoog getogen!, en hoe stralen!
Ontloken was zij!

Gekozen en vertaald door:
Barber van de Pol

Bij dit gedicht wordt er niet echt duidelijk over de liefde gesproken.
Toch merk je dat het er wel over gaat. Dat vind ik heel mooi gedaan.

Liedesgedicht door Aart van der Leeuw


Liefdesuur:

Hoe laat is 't aan den tijd?
Het is de blanke dageraad:
De diepe wei waar nog geen maaier gaat,
Staat van bedauwde bloemen wit en geel;
De zlivren stroom leidt als een zuivre straat
Weg in het nevellicht azuur;
en morgens zingend hart, de leeuwrik, slaat
Uit zijn verdwaasde keel
Wijsheid die geen betracht en elk verstaat,
Vreugd zonder maat,
Vreugd zonder duur...
Hoe laat is 't aan den tijd?
't liefdesuur.

Hoe laat is 't den tijd?
De zon genaakt de middagstee:
In diepte van doorgloede luchtezee
Smoort de akker onder 't bare goud:
De vonken sikkel snerpt door 't droge graan;
De schaduw krimpt terug in 't hout;
In hemel- en in waterbaan
Geen wolken gaan;
Alleen de wit-doorzichtige maan
Blijft louter in de bluauwe hemelvuur...
Hoe laat is 't aan den tijd?
't liefdesuur.

Hoe laat is 't den tijd?
't is avond: in zijn rosse goed
Wordt schoon en oud
Der wereld dagehel gezicht;
Snel aan den hemel valt het water van het licht;
En al de windestemmen komen vrij;
De laatste wagen wankelt naar de schuur;
De doden wenken aan de duistren Oostermuur;
En boven glansbelopen
Westerse schans in groene hemelwei
Straalt Venus' gouden aster open
Zo plotseling en puur...
Hoe laat is 't aan den tijd?
't is liefdesuur.

Ik vind het altijd mooi als iets in een gedicht steeds terug komt.
Daarom spreekt dit gedicht me wel aan.

Liefdesgedicht door A. C. W. Staring


Liefdeszang

De lentewolk liet na te droppen;
het romlend zwerd wierd stom;
de dauw dreef langs de heuveltoppen,
waarachter maanlicht klom;
daar zong al 't woud zijn avendlied!
Wij voelden 't..en..wij spraken niet!

Het lover ruiste-Lina trilde-
Ik sloot haar aan mijn borst!
O kus, die 't eerst de vlammen stilde
van langverheelden dorst!
Ik zwoer, zo lang ik aadmen zou,
Natuur en u, o Lina, trouw!

Dit is een heel oud gedicht, echt uit de romantiek. Ik vind het mooi omdat het echt zo'n gedicht is waar je aan zou denken als je een oud liefdesgedicht zoekt. Behalve de taal ook de styl. Dat vind ik wel leuk om te lezen.

Over de liefdesgedichten


Hierboven staan 5 liefdesgedichten. Mijn moeder had een paar boeken met gedichten en daar heb ik deze uit gehaald. Ik vind het wel grappig om te zien dat in veel gedichten, ook die niet uit de romantiek komen de natuur een belangrijk onderwerp is. Het zon- of maanlicht wordt vaak genoemd. Bij sommige gedichten wordt ook niet heel duidelijk de liefde genoemd. Maar toch is het dan wel echt duidelijk een liefdesgedicht. Ik vind het ook leuk dat als gedichten hezelfde onderwerp hebben ze wel heel verschillend kunnen zijn!

Onzin gedicht


Mi querido,

mi vande joe love <3!
mi hope joe do ok?!
Tu wa ma ut gane?

Vele soena xx Soes!

zondag 24 mei 2009

Elfje


Een elfje met de romantische woorden:

blozen
handje vasthouden
aardbeien met slagroom
wandeling over het strand
liefde

Romantisch abc

In de liefdesgedichten wordt vaak gebruik gemaakt van romantisch woorden. Daarom hebben wij in de klas het romantisch abc samengesteld:

Aardbeien met slagroom
Blozen
Chocola/cupido
Dansen
Edelsteen
Filmpje kijken
Geurtje
Handje vasthouden
Intiem
Jacuzzi
Kus/knuffellen
Liefde/liefje
Massage
Neusie neusie
Ondergaande zon
Prins op het witte paard
Quiz over de liefde
Rozenblaadjes
Sterren kijken
Trouwen
Uit eten
Verlangen
Wandeling over het strand
X-factor
Yscoupe met 1 lepeltje
Zoenen

Romantiek en Romantisch


Romantiek is in eerste instantie een periode geweest. In deze periode was het verlangen heel belangrijk. Men verlangde altijd naaat iets ongrijpbaars en men wist niet zo goed wat dat nou precies was. Nu wordt romantisch gezien als speciale dingen die je samen gaat doen. Bijvoorbeeld over het strand lopen of uit eten gaan. De overeenkomst is wel dat het gevoel en de liefde bij beiden heel belangrijk zijn.

H4: Liefdesgedichten

Al heel lang worden er liefdesgedichten geschreven. Er is ook een gedicht gevonden van een monnik uit de 12e eeuw die een liefdesgedicht schreef: Dit was een Nederlandse monnik die naar Engeland was verhuisd. Hij zat in een klein kamertje en moest daar allerlei teksten overschrijven. In het kamertje zat een klein raampje en daarin bouwden 2 vogeltjes een nestje. Hij zat hier steeds naar te kijken en schreef toen:

hebban olla vogala
nestas hagunnen
hinase hic en da thu
wat unbidan we nu

Dat betekend:

Alle vogels
bouwen nesten
hehalve jij en ik
wat houdt ons tegen?

voorbeeld van triviaallectuur


Zal hij dan toch nog komen? Ik veeg mijn blonde haar uit mijn gezicht. Ik begin nu wel een beetje wanhopig te worden en laat me moedloos op 'ons bankje' in het park zakken. Dan opeens hoor ik een fiets aankomen. Ik spring op en kijk verast in zijn mooie bruine ogen. Hij is toch nog gekomen denk ik opgelucht. Hij sluit me in een innige omhelzing. Hoe zou dit aflopen;)!

dinsdag 19 mei 2009

Triviaallectuur

Triviaallectuur is eigenlijk een beetje het tegenovergestelde van literatuur. Het is vaak een overdreven liefdesverhaal. En de gebeurtenissen en gevoelens zijn allemaal beschreven, hierdoor hoef je helemaal niet meer na te denken bij het lezen. Ook de rol van de personages zijn aan het begin van het verhaal al duidelijk. En als je al een paar van dit soort boeken hebt gelezen kan je meestal aan het begin ongeveer het vervolg van het boek wel voorspellen. De boeken zijn voor mannen en vrouwen ook vaak erg verschillend. Maar bij allebei zijn de gevoelens en emotie's ook overdreven en er komt altijd wel een punt in voor waar een misverstand of ruzie ontstaat, maar het heeft uiteindelijk toch een happy end. De personen in de boeken zien er vaak goed uit. En het verlangen naar wat je niet krijgt (of wel) wordt ook vaak beschreven. Een bekend voorbeeld van deze boeken is de bouquetreeks.

zondag 17 mei 2009

H3: Hofmakerij


Hofmakerij nu en toen:

In de tijd van de Romantiek was het voor de vrouwen heel belangrijk dat ze een man vonden. Anders hadden ze later geen geld, geen huis en niemand die voor ze zorgde. Vooral bij de rijkere families werden vaak feestjes gegeven. Hier leerden de mannen en vrouwen elkaar kennen door samen te dansen. Alle vrouwen deden dan erg hun best om mooi en vriendelijk over te komen, omdat ze hoopten dat dan een van de mannen voor hen zou vallen. Hun ouders zochten ook meestal een man voor hen uit. En het was heel zwaar als je veel dochters had, want je moest ze allemaal een bruidsschat mee geven.

Tegenwoordig is het voor vrouwen veel gemakkelijker. Ze hoefen niet per se een man. En kunnen gewoon zelf kiezen met wie ze willen trouwen. Mannen en vrouwen zijn nu gelijk.

Gedicht


'Verlangen naar de oude jij:'

Het verlangen naar iemand,
die je vertrouwt en gelooft.
Die het vuur nooit dooft,
nooit zal laten gaan.
Altijd voor elkaar bestaan.

Het verlangen zonder jou,
is een ramp,
is een nachtmerrie.
Niemand die het voelt,
iets wat ik bedoel.
Zonder jou is er geen leven.

Het verlangen naar de waarheid.
Ik kijk hoe jij haar verleid.
De waarheid die ontbrak.
Nu weet ik het je bent en wrak.

Het verlangen naar de oude jou,
nooit zal ik jou weer zien.
Jij brak mijn hart,
die jongen zo apart.
Nooit had ik dit van jou verwacht,
waar was de oude jij?

Het verlangen naar vroeger,
zwaaien lachen, waar ben jij nou.
Weggegaan zonder vaarwel te zeggen,
nooit zal ik de oude jou weer zien.
Ik mis je en nu haat ik je.
Het verlangen naar jou was te groot.

Het verlangen naar liefde,
iets wat jij niet bezat.
Liegen en iedereen bedriegen,
ik heb het met me eigen ogen gezien.
Nooit verlangen naar de oude jij.

Door: Marjolein

Nicolaas Beets

Nicolaas Beets werd in Haarlem geboren, zijn vader was apotheker. Hij studeerde van 1833 tot 1839 theologie aan de Rijksuniversiteit van Leiden, en hij werd in 1839 doctor in de theologie. In zijn studententijd maakte hij kennis met het werk van de Engelse dichter Byron en schreef dichtstukken in die hierop leken, zoals 'José' (1834), 'Kuser' (1835) en 'Guy de Vlaming' (1837). In 1840 werd Beets beroepen tot predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk in Heemstede, waar hij in hetzelfde jaar trouwde met Aleida van Foreest. Hij heeft daar ook een basisschool opgericht. Deze bestaat nog steeds en heet nu de Nicolaas Beetsschool. In 1854 verhuisde hij naar Utrecht. Van 1874 tot 1884 was hij hier hoogleraar in de kerkgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit.
Hij schreef proza, poëzie en preken. Zijn bekendste werk is de Camera Obscura, dat hij onder het pseudoniem Hildebrand schreef in zijn studententijd en waarvan de eerste versie verscheen in 1839. Hij bleef tijdens de jaren daarna vaak verhalen toevoegen aan het werk waardoor het pas helemaal klaar was in in 1851. Hij zette voorin het boek dat alle personages fictief waren. Hierdoor probeerde hij de mensen met hun aandacht bij het boek te houden. Hij wilde niet dat lezers mensen uit hun omgeving met de personages gingen vergelijken. De personages waren vaak uit de rijkere klasse. Ze kregen vaak bijnamen die al aangaven wat voor een karakter ze hadden. Later werd ook gezegd dat een paar personages toch wel hadden bestaan en het boek is dus voor een deel autobiografisch. Beets overleed op 88-jarige leeftijd in Utrecht aan een hersenbloeding.

Nationalisme


Omdat mensen niet echt meer houvast hadden aan de regels van de Verlichting, werden alle dingen die in het land gebeurde heel belangrijk voor hen. De vaste gebeurtenissen in een land gaven hen steun. Het nationaal socialisme werd heel erg vergroot. Onder andere de gebroeders Grimm begonnen in deze tijd ook de volksverhalen uit hun land te verzamelen. Deze sprookjes zijn nu nog steeds hele bekend. (onder andere roodkapje>.)

gedicht van Piet Paaltjens:

Jan van Zutphen's afscheidsmaal:

Piet Paaltjens
1257

I.
Droef neuriënd kust daarbuiten
De nachtwind de torentinnen.
Maar hoog boven den zang van den nachtwind
Stijgt het feestgezang daarbinnen.
Daarbinnen geeft Jan van Zutphen
Voor de allerletste male
Zijn wakkeren vrienden ten afscheid
Festijn in de opperzale.
Want, als het weer daagt in 't oosten,
Tijgt Zutphen's dapper heere
Met het roode kruis op den schouder
Naar het land van Overmeere.
En als het weer purpert in 't westen,
Dan dragen hem reeds de golven
Naar 't verre land, waar al menig
Zich een heldengraf heeft gedolven.
Maar hem jaagt niet als zoo menig
Onleschbre gouddorst henen
Tot den kamp in de lommer der palmen
Met de woeste Sarcenen.
De noodkreet der vele broedren,
Die daarginds in ketenen zuchten,
Die gespt hem het zwaard aan de heupe
En drijft hem naar zuiderluchten.
Want onder zijn maliejak klopt hem
Een edel manneharte,
Dat, staal voor eigen lijden,
Krimpt van weedom bij anderer smarte.
Doch nu dwaalt zijn oog zo somber
Langs den feestdisch in de opperzale,
Waar hij aanzit met zijn vrienden,
Nog ééns, voor de leste male.
Daar rusten zijn blauwe blikken.
Op tal van baroenen en knapen,
Die, al keert hij van 't Oosten eens weder,
Dan toch lang in den grafkelder slapen.
Daar tellen zijn blondruige lippen
Zoovele hem dierbare namen,
Die uit Holland en 't Sticht en uit Friesland
Op zijn huis ten afscheidsmaal kwamen.
Aan zijn rechte rolt de lach van
Jacobus van meerenbergen,
Die zoete lach, die zelfs nonnekens
Tot wereldsche grapkens kon tergen.
Hij lacht met Janus van Steenbeek
Om den zwarten slotvoog van Bommel
Die den rug van het slapend cocqjen
Van Gorcum gebruikt als trommel.
Aan 's gastheers slinke zetelt
Zijn trouwe leidsman en rader,
De astroloog, in het veld hem ten broeder,
In het stil klozet hem ten vader.
Verderop zit Karel de Kasper
En drinkt minne met Peter den langen.
Daartusschen zingt de eedle van Mackum
Zijn Friesche tafelzangen.
Op hem volgen Jan van de Bossche,
Fel op kloosters en papen gebeten,
En Dorus de Mooie druk bezig
Op pauwbraadsel te eten.
Ook Zutphen's grijze lijfarts
Met zijn broeder, en blonde Jantje
Van de Rotte laven de kelen
Aan de druiven van 't lauwe Spanje.
Aan het eind van den disch doet Eligius,
Dat sieraad der clerezije
Van 't Oversticht, zich te goede
Aan de tintlende malvezije.
En nog menig andere degen
Zit aan in de opperzale,
Nu Jan van Zutphen festijn geeft
Voor de allerleste male.

II.

Doch ziet, daar buigt Melchior, de page,
Zich over Zutphen's zetel,
Ietwat vrees in de donkerbruine oogjes,
Zoo schelms anders en vermetel.
"Daar buiten aan de slotpoort,"
Zoo lispt hij zijn heer in de ooren,
"Daar staat weer de doode minstreel,
En hij eischt, dat gij hem zult hooren,
De minstreel, die, vier jaar geleden,
Zoo spoorloos van 't huis is verdwenen,
En sinds nog driemaal in 't nachtuur
Aan den torenwacht is verschenen."
""Hij kome, de doode minstreel!""
roept Zutphen, van wijn bevangen,
""Hij kome en zing mij ter eere
Zijn helsche minnezangen!""
De astroloog fronst zoo ernstig de wenkbrauw:
"Heer Jan, wil u dan toch bezinnen!
Met minstreels, als zij eens door zijn,
Daar is niet mee te beginnen."
""En zingt mij de boef ook lijden,
En krast mij de dief ook sterven,
Ik wil, dat hij zinge! Geen liedjes
Zullen Jan van Zutphen verderven!""
Het kersrood van Melchior's wangen
Wordt witter dan pasgebleekt linnen,
En knieknikkend spoedt hij zich henen
En laat de doode binnen.
Zóó rilt op den adem van 't koeltje
Het donkere beukengebladert,
Als de knapen en baanrotsen rillen,
Nu het lijk van den minstreel nadert.
Zóó klappren de castagnetten
Van Biscaje's zwartoogige schoonen,
Als de tanden der ridders, bij 't zien van
Des minstreels marmeren koonen.
Maar nooit nog ook, sinds voor het eerst hier
Ellendige tranen schreiden,
Lag in één oog zóó'n afgrond
Van onpeilbaar zielelijden.
Maar nooit nog ook, sinds de wanhoop
Voor het eerst hier een hart vervulde,
Zag men zóó'n grimlach, als die zich
Om de lippen des minstreels krulde.
Van grafbloemen is de kranse,
Die zich wingert door zijn haren.
Van doodkistenhout is der harpe, -
Doch geen menschenoog ziet er de snaren.
Slechts geestenblik merkte er de snaren,
Waaruit zijn doode vingren
Een woestschoonen stroom van accoorden
Den ridders in de ooren slingren.
En grijpen die lijkkoude vingren
Die grafdampaâmende snaren,
Dan golven de boezems der knapen
Als door stormwind gebeukte baren.
Dan rommelen de ingewanden
Van al die ontembre baronnen,
Als men de wind uit de verte
Ons toewaait den zang van kanonnen.
Nu ratelt de harp als de donder,
Dan suist ze als de kus van een engel;
Nu ploft zij als een lawine,
Dan klokluidt ze als een kuddengebengel.
Wee! Daar opent de minstreel zijn lippen;
Daar ....... Het sieraad der clerezije,
Eligius, schiet plots onder tafel -
Dat komt van de malvezije!

woensdag 13 mei 2009

Piet Paaltjens


Piet paaltjens was de pseudoniem van de Nederlandse dichter en predikant François Haver Schmidt. zij vorm van dichten vond men vroeger erg grappig. Men vond dat humor een lach en een traan was. Piet Paaltjens werd geboren in Leeuwarden in 1835. Zijn vader was apotheker en wijnhandelaar. maar François werd predikant en schreef veel gedichten. Zijn bekendste gedichtenbundel is snikken en grimlachjes. Door moeilijkheden in zijn eigen leven en ook nog de problemen van de kerkgangers werd François depressief. Zijn vrouw overlijdt in 1891 en een paar jaar later pleegt François zelfmoord!

Hoofdstuk 2: Literatuur uit de Romantiek


In de Romantiek wilde men graag terug naar de Middeleeuwen, de tijd van ridders en jonkvrouwen. Er werden ook veel ridderromans geschreven. Bijvoorbeeld Ivanhoe door Sir Walter Scott. En lotgevallen van Ferdinant Huyek. Hierin kwamen vaak vooral platte personages voor. Dit betekend dat je eigenlijk meteen aan het begin al weet wat voor rollen de personages in het verhaal gaan spelen. Nu wordt er juist veel gebruik gemaakt van gelaagde personages. Net als je denkt iemand door te hebben doet hij of zij opeens iets onverwachts. Dit zorgt voor spanning en verassing.
Een romanticus verlangde ook bijna altijd naar iets of iemand die er niet was. Men vond het leven heel zwaar. Ze zagen humor ook als een lach en een traan. Humor was dat als je het heel zwaar had, je toch nog kon lachen. Iemand die veel romantische humor gedichten schreef was Piet Paultjes.

Verschillen tussen Verlichting en Romantiek

Verlichting:

-strenge regels
-verstand
-strenge kerkelijke godsdienst
-natuur moest bedwongen worden, en wetenschappelijk onderzocht
-traditie's
-zekerheid van vaste regels
-leven in het hier en nu
-ziet de dingen zoals ze zijn

Romantiek:

-vrijheid
-gevoel
-god vinden in de natuur, de natuur een uiting van god en gevoel
-creativiteit
-onzekerheid
-verlangen naar wat je niet hebt
-wereldbeeld is geromantiseerd

Verzetsaffische

Griezelverhalen


Mary Shelley kreeg geen toestemming van haar ouders om te trouwen. Daarom is ze toen stiekem in een klein plaatsje in Engeland getrouwd. Hierna is zij met haar man in Zwitserland gaan wonen. Dat jaar was de zomer erg rechtenachtig en zaten ze de hele tijd binnen. Toen deden Mary, haar man en een vriend van hen een wedstrijd: wie het beste griezelverhaal kon schrijven. Alleen Mary heeft het boek afgemaakt, het heet Frankenstein of de maakbare mens. In dit verhaal kon de mens een eigen schepping maken. Hieraan zie je dat men in die tijd al minder streng dacht over godsdienst en de schepping. Door mary Schelley is het griezelverhaal bekend geworden.

De Boterbloem


De boterbloem op 2 manieren beschreven:

De Wetenschappelijke beschrijfing:

Ranunculus is de botanische naam van ongeveer 400 soorten planten in de familie Ranunculaceae. Het bevat onder andere de boterbloemen.
Het zijn meestal overblijvende, kruidachtig planten met helder gele of soms witte bloemen. Als de kroonbladen wit zijn, is het centrum wel geel.Er zijn een aantal eenjarige of tweejarige soorten, en enkele hebben oranje of rode bloemen. De blaadjes van de boterbloem zijn kartelig gevormd.




De romantische beschrijving:

De Boterbloem:

Hij staat daar so alleen te wuiven in de wind alsof hij de hele wereld aankan. Er vliegt een liefheersbeestje langs en gaat in het kelkje zitten. Dan komt er een grote windvlaag die het liefheersbeestje met zich mee neemt hoog de lucht in. Ik kijk weer naar de goudgele kelk en denk: hier kan ik wel een uur naat blijven staren.

De Natuur




Er werd ook veel over de natuur geschreven. De natuur werd gezien als een uiting van god. Je kon god vinden als je een goede verbinding had met de natuur. Er werd nu ook heel anders naar de natuur gekeken. In de Verlichting deed men vooral wetenschapelijke onderzoeken naar de natuur. Maar nu beschreef men de mooie en gevoelige elementen uit de natuur.

Meer over Charles Baudelaire


Charles werd geboren in 1821 in Parijs. Hij was dichter, vertaler, letterkundige en kunstcriticus van beroep. Hij is vooral bekend geworden door zijn in 1857 uitgeven poësiebundel: 'Les Fleurd du mal'(dit betekend bloemen van het kwaad). Hij had een donkere vorm van poësie en in zijn leven maakte hij ook veel drama's en conflicten mee. Hij had ook een financiële crisis omdat hij werd vervolgd voor obseniteiten en godslastering. Hij stierf in 1867.

dinsdag 12 mei 2009

Het eind van de Verlichting en Staring

De Romantiek als verzetsbeweging:

Aan het eind van de Verlichting had iedereen een beetje genoeg van de strenge regels en inperkingen. De mensen kwamen in verzet tegen:
-de regering
-de overheersing van het verstand
-de gevolgen van de industriële revolutie
-de regels van het classicisme (de klassieke oudheid)

In de Romantiek werd juist het gevoel, de natuur, creativiteit en kunst heel belangrijk gevonden. Men vond de kerk niet meer nodig, maar dacht dat de natuur een uiting van god was. Het wereldbeeld werd ook heel erg geromatiseerd.
De vorige heersers hadden de oude Romeinen en het classicisme vaak als voorbeeld voor hun heersen gebruikt. Nu keek men naar een geromantiseerde versie van de Middeleeuwen.

Men probeerde ook de industriële revolutie tegen te gaan.
De romantische schrijver Anthony Christiaan Winand Staring uit Almen was ook tegen de industriële revolutie. Hij werd in 1767 geboren in Gendringen, maar groeide op in Gouda. In 1773 ging hij naar de Franse school. En in 1782 naar de Latijnse school in Gouda. In 1783 vertrok hij om in Hardewijk te gaan studeren. In 1791 ging hij in 'Kasteel de Wildenborch' in Vorden wonen. Hier startte hij een school voor de kinderen en boeren uit de omgeving. Hij is bekend geworden door zijn verhaal over de hoofdige boer: De mensen uit Almen gingen in de winter niet naar de kerk omdat ze dan een stukje door de berkel moesten lopen en daar ziek van werden. Daarom liet de priester een brug bouwen. Maar er was een boer die zei: 'Wat goed was voor onze voorvaderen is ook goed genoeg voor ons'. En hij bleef door de berkel naar de overkant gaan. Zijn medeburgers volgden zijn voorbeeld en de enige die de brug nog gebruikte was de priester. Het werk van Staring werd alleen niet erg gewaardeerd omdat het moeilijk toegankelijk was. Hij stierf in 1840.

Doordat men tegen de regels inging ontstond er veel vrijheid. Een bekende uitspraak uit die tijd was: 'vrijheid, gelijkheid en broederschap'. Maar men werd er ook onzeker van. Er werd veel geschreven over het noodlot. Men zag het leven als een avontuur vol gevaren. Tollens noemde zijn boek over het noodlot dan ook het rad van avontuur. Ook Charles Baudelaire schreef over het noodlot. Hij maakte een lofgedicht voor Satan. Hij kreeg hiervoor wel een boete van 300 frank, want dit vond men toch wel ongepast.

Rhjinvis Feith


Rhijnvis Feith is werd geboren in Zwolle. Hij was een beetje een verwend enigkind en was altijd al heel gevoelig. Zijn vader vond dat hij een goede baan moest krijgen en op zijn elfde ging hij naar een Latijnse school. Toen hij 13 was ging hij thuis rechten studeren. en hierna ronde hij na één jaar zijn studie af aan de univeristeit. Zijn vader was blij dat zijn zoon nu aan zijn baan kon beginnen, maar Rhijnvis had hier helemaal geen zin meer in. Hij wilde liever gedichten gaan schrijven. Hij ging voor het geld voor zijn vader werken, maar schreef in zijn vrije tijd een heleboel romantische en sentimentele gedichten. Één van de bekendste is Julia. Rhijnvis leefde dan wel in de Verlichting hij was toch wel een echte Romanticus. Hij overleed in 1824.

maandag 11 mei 2009

In de Verlichting


In de Verlichting werd het leren heel belangrijk gevonden. Alleen alles in de verdere leefomstandigheden moest heel precies. De tuinen waren heel netjes de wegen waren recht en iedereen moest zich gedragen zoals het hoorde! Aan het eind van de Verlichting was iedereen heel erg tegen het uiten van emotie's. Maar een man die hier wel al veel mee bezig hield, was Rhijnvis Feith.

Betje Wolf & Aagje Deken


Betje Wolf:

Betje Wolf werd in 1738 geboren in Vlissingen bij een rijke familie. Ze had een fel karakter en voor die tijd erg vrijzinnige ideeën. In 1759 werd ze uitgehuwelijkt.

Aagje Deken:

Aagje Deken werd in 1741 geboren in Nieuwer-Amstel. In 1745 overleden haar ouders en ging ze naar een weeshuis. In 1767 vertrok ze uit het weeshuis en begon na een paar verschillende baantjes een eigen theehandeltje.

De briefroman:

In 1776 had Betje al een paar dingen geschreven. En Aagje stuurde haar een brief omdat ze het in 1e instantie niet met Betje eens was. Ze begonnen elkaar meer te schrijven en ze ontmoetten elkaar in oktober van dat jaar voor het eerst. In 1777 overleed de man van Betje en trok ze in bij Aagje. In september publiceerden ze hun 1e gemeenschappelijke werk: 'Brieven'. In 1781 erfde Aagje 13.000 gulden enze verhuisdenvan lommerlust naar Beverwijk om in een groter huis te wonen. In 1782 schreven ze: 'De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart', dit werd zo'n groot succes dat ze nog een briefroman schreven: 'De histore van den heer Willem leevend'. In deze briefromannen zag je de brieven van de hoofdpersoon en van zijn vrienden aan hem. Hierdoor kreeg je een duidelijk beeld van de hoofdpersoon. In de Verlichting was het al wel vaak zo dat dagelijkse gebeurtenissen uitgebreid werden geschreven, maar de briefvorm was nieuw. In 1788 hadden Betje en Aagje zoveel verdiend dat ze naar Frankrijk konden verhuizen. Door financiële nood moesten ze in 1797 weer terug naar Nederland. Ze gingen in Denhelder en ze stierven allebei in november 1804, Aagje vier dagen na Betje!

Het verspreiden van Verlichters ideeën


Er onstond behalve het rationalisme ook het empirisme. Hierbij werd uitgegaan van de zintuigen. Men ging dingen bekijken met de nieuwe uitvindingen als de microscoop en de telescoop. En hiermee werkden ook veel nieuwe ontdekkingen gedaan.
Omdat leren zo belangrijk werd gevonden, wilde iedereen een encyclopedie hebben. In Nederland werd deze in 1768 door J.A. Chalmot gepubliceerd.
Een paar andere vormen van verspreiding van de Verlichting waren: De herensociëteit. Hier kwamen rijke mannen samen om over handel te praten. Ook bij de acedemies kwamen vooral mannen. Zij hadden het vooral over de wetenschap. In de Franse salons kwamen wel vaak vrouwen samen, zij nodigden dan een kunstenaar of muziekant uit om bijvoorbeeld iets voor hun te schilderen of om muziek te maken. In de koffiehuizen kwamen ook mannnen samen om te lezen of om kranten te maken. In 1711 verscheen in Nederland de 1e krant de spectator. 9Zie hierboven de Engelse versie.) In de spectator werden dagelijkse gebeurtenissen heel uitgebreid beschreven. Ook Betje en Aagje beschreven dagelijkse situaties uitgebreid. Maar nu voor het eerst in briefvorm.

Bekendste gedicht van Hieronymus van Alphen

De pruimenboom:

Jantje zag eens pruimen hangen,
O! Als eieren zo groot.
“t Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
schoon zijn vader ‘t hem verbood
Hier is, zei hij, noch zijn vader,
noch de tuinman, die het ziet:Aan een boom,
zo vol; geladen,.mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
en niet plukken, ik loop heen.
Zou ik, om een hand vol pruimen,
ongehoorzaam wezen? Neen.
Voord ging Jantje: maar zijn vader,
die hem stil beluisterd had,
Kwam hem in ‘t lopen tegenvoor aan op het middenpad.
Kom mijn Jantje, zei de vader.
kom, mijn kleine hartedief!
Nu zal ik u pruimen plukken;
nu heeft vader Jantje lief.
Daar ging Papa aan ‘t schudden,
Jantje raapt schielijk op;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
en liep heen op een galop.

Hieronymus van Alphen


Biografie:

Hieronymus van Alphen werd geboren in 1746 in Gouda. Hij is bekend geworden als dichter en was de eerste Nederlandse schrijver die voor kinderen schreef. Hij schreef in eerste instantie voor zijn eigen zoons, maar liet de bundels later ook uitgeven. De gedichten die hij schreef gingen vaak over de 7 deugden. Toen hij 4 was overleed zijn vader. Hij en zijn moeder verhuisden naar Utrecht. Hij gaat studeren in Leiden. Hij leert hier lezen, schrijven en studeerd rechten. In 1768 gaat hij in Utrecht werken als advocaat. In 1772 trouwt hij met Johanna. Bij de geboorte van hun derde kind in 1775 overleid ze! Hij hertrouwt met Catherina en krijgt nog 2 kinderen. In 1789 wordt hij stadspensionaris van Leiden en 4 jaar later thesaurier-generaal. (dit is een soort minister van financiën. Als de Nederlandse Republiek instort stopt hij hiermee. In 1803 sterft hij aan een beroerte.

Hoofdstuk 1: Kenmerken van literatuur uit de periode Verlichting

Over de literatuur en schrijvers van 1750 tot 1850:

In deze tijd ging het hele volk meer nadenken, dit heet rationalisme.
Ratio betekend verstand en isme opnieuw verklaard.
Men ging nadenken over hun situatie en toekomst.
De wereld werd groter voor hen, er gingen meer mensen naar school en leren was heel belangrijk. Descartes zei:'Ik denk, dus ik besta'.
Er werd in kranten, boeken en tijdschriften ook veel over denken en leren geschreven. Ook de 7 deugden werden vaak genoemd:
1.eer je vader en moeder
2.godsvruchtigheid
3.gehoorzaamheid
4.eerlijkheid
5.leergierigheid
6.reinheid
7.bescheidenheid

>Deze fresco is de Cappella degli Scrovegni uit 1303, hier staan onder andere de 7 deugden op.

Literatuur


Alle geschreven teksten heten lectuur.
Literatuur heeft een hogere waarde, het niveau is hoger.
Dit wordt bepaald door schrijvers en uitgevers aan de hand van de volgende punten:
1.relatie tekstwerkelijkheid:
-er moeten verzonnen elementen in zitten (geen verslag)
-het is een nabootsing van de werkelijkheid (dit heet mimesis)
2.materiaalbehandeling: -de taal: zinsbouw en beeldspraak
3. meerduidigheid: Verschillende mensen kunnen de tekst anders opvatten
4.traditie en vernieuwing: het moet wel traditie getrouw blijven, maar ook vernieuwed zijn.

Inleiding


Deze blog gaat over de literatuurgeschiedenis van de Verlichting en de Romantiek. De Verlichting van ca.1750-1800 en de Romantiek van 1800-1850. Hierin worden kenmerken, bekende schrijvers en thema's beschreven. En er wordt verteld over het verschil tussen Verlichting en Romantiek en het verschil tussen romantiek en romantisch. Hoe zit het tegenwoordig met de hofmakerij en hoe zien liefdesgedichten uit deze tijd eruit?! Ben je geintereseerd. Lees dan deze blog!